Huisgemaakte muziek à la Bach
Een column van Waldo Geuns
Tien jaar geleden vroeg ik mijn vrouw ten huwelijk met een zelfgecomponeerd walsje voor gitaar. Een romantisch gebaar? Zeker. Maar ook een sluwe zet, want ik hoopte dat ze haar oude liefde voor de gitaar weer zou oppakken. Of dat gelukt is, laten we in het midden. Wat ik wel weet: dat walsje haalt nooit de canon van de klassieke muziek. Maar de verrassing en blijdschap op haar gezicht? Die zijn voor eeuwig in mijn geheugen gegrift.
Fast forward: twee kinderen later en ik blijf muziek cadeau doen. Voor onze vijfde huwelijksverjaardag schreef ik een pianostuk, mijn dochter van drie krijgt zotte dansjes om op te springen, en als de jongste niet wil slapen, componeer ik een slaapliedje – al val ik er zelf sneller van in slaap dan hij.
Muziek als huisgemaakt cadeau: Bach zou het begrijpen. Die man componeerde alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Kapelmeester, huisvader, muziekleraar en fulltime componist ineen. Neem nu zijn Clavier-Büchlein voor Wilhelm Friedemann, zijn oudste zoon. Andere kinderen kregen een rekenschrift, Wilhelm kreeg in 1720, hij was toen 10 jaar, een oefenboek vol preludes, dansen en fantasieën dat vader en zoon met de jaren steeds aandikten. Muziek als huiswerk, maar dan van een vader die componeren en spelen even logisch vond als ademhalen. "Nee, jongen, zo niet. Luister, dít is pas een goed contrapunt!"
En dan was er nog Anna Magdalena, Bachs tweede vrouw. Hij had haar een gouden ring kunnen geven, maar nee, het werden twee Notenbüchlein für Anna Magdalena Bach vol muziek. Voor zijn kersverse vrouw – ze trouwden in 1721 en de boeken dateren van 1722 en 1725 – schreef hij elegante Franse dansen zoals menuetten, musetten en gavotten, een paar liederen en aria’s, naast koralen, sonates en preludes. En ze speelde! Ik stel me voor hoe ze na een lange dag vol kinderen en optredens – ze was een fantastische zangeres – achter het klavecimbel kroop en zichzelf een paar prachtige melodieën cadeau deed. Het werd zelfs een familieproject: de kinderen kregen er hun eerste muzieklessen uit en enkele van hun composities vonden hun weg naar het tweede Notenbüchlein.
Zo ver gaan we hier thuis niet. Mijn vrouw is geen beroepsmusicus zoals Anna Magdalena, maar wat is het heerlijk als ik haar een simpel stukje schrijf en het een paar dagen later uit de keuken hoor neuriën terwijl ze kookt.
Bach schreef voor de eeuwigheid, ik schrijf voor het moment. Maar het principe blijft hetzelfde: muziek als cadeau, als liefkozende melodie die onverwacht opduikt. En soms, héél soms, wanneer ik een stuk speel dat ik speciaal voor hen heb geschreven, voel ik iets van die tijdloze connectie. Alsof Bach even meeluistert en goedkeurend knikt. "Zo hoort het, jongen."
Waldo Geuns is pianist, musicoloog en filosoof. Hij schrijft voor cultuurmagazines en is docent muziekgeschiedenis en filosofie aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Hij schreef zijn column bij dit concert op vraag van Muziekcentrum De Bijloke