De hele muziekgeschiedenis in één compositie
Op 27 mei schrijft De Bijloke twee keer geschiedenis. ‘Sinfonia’ is zelden ergens live te beleven. En Luciano Berio vat in de iconische compositie de hele muziekgeschiedenis samen in 50 minuten.
Sven Sabbe
‘Sinfonia’ is ongetwijfeld het hoogtepunt van onze reeks 360° Berio. Het baanbrekende collagewerk, gecomponeerd voor de 125e verjaardag van het New York Philharmonic in 1968, toont de doorgedreven liefde voor muziek en literatuur van componist Luciano Berio (1925-2003).
De Italiaan maakte tijdens zijn studies in de VS al kennis met de grootste componisten van die tijd - Boulez, Stockhausen, Ligeti. Later nodigde hij componisten als John Cage uit om in zijn Studio di Fonologia Musicale in Milaan de mogelijkheden van de elektronische muziek te verkennen. In die periode schreef hij bijvoorbeeld ‘Thema (Omaggio a Joyce)’, de eerste westerse elektro-akoestische compositie, en ‘Visage’, een collage waarin de stem van zijn vrouw, mezzosopraan Cathy Berberian, als basis diende.
Op uitnodiging van Darius Milhaud trok hij terug naar de VS, waar hij later aan The Juilliard School lesgaf aan componisten als Louis Andriessen en Steve Reich. Hij deed dat met veel gevoel voor humor. Tijdens de ene les trok hij twee uur uit voor een volledige analyse van Beethovens ‘Zevende symfonie’, en waarom hij het een absoluut meesterwerk vond. De les erna spendeerde hij evenveel tijd om - met een gladgestreken gezicht - uit te leggen waarom die symfonie volgens hem slechts een vuile voetnoot in de muziekgeschiedenis is.
In ‘Sinfonia’ vertolken een orkest (op 27 mei Antwerp Symphony Orchestra) en acht versterkte stemmen (ons huisensemble HYOID) samen het oorspronkelijke doel van een ‘symfonie’ (letterlijke betekenis: ‘samen klinken’). ‘Sinfonia’ is een labyrint van literaire verwijzingen en flarden van canonieke werken, een soort muzikaal kruiswoordraadsel dat een ode is aan literatuur en muziek. Berio zelf noemt het werk een reis naar Cythera, het Griekse eiland waar volgens de mythologie Afrodite, godin van de liefde, werd vereerd.
De acht stemmen die voor het orkest plaatsnemen, zijn een handig instrument dat Berio maar al te graag inzet om extra lagen toe te voegen aan de muziek. In het eerste deel zingen ze flarden uit ‘Le cru et le cuit’ van Claude Lévi-Strauss, een etnologisch onderzoek naar de oorsprong van mythes. Het tweede deel, ‘O King’, is een ode aan Martin Luther King. De acht stemmen herhalen de verschillende lettergrepen van zijn naam in willekeurige volgorde.
Graffiti
Maar het is vooral de derde beweging die al sinds de première de meeste inkt doet vloeien. Berio drijft in deze intense 11 minuten het concept intertekstualiteit dan ook tot het ultieme door. De volledige ‘In ruhig fließender Bewegung’ is namelijk gebaseerd op het gelijknamige derde deel van Mahlers ‘Tweede symfonie’. Berio gebruikt Mahlers melodieën soms opvallend, soms in een enkel instrument, soms enkel ritmisch. Maar je kan beide partituren boven elkaar leggen. Opvallend, want Mahler zelf baseerde zich voor dat deel op een melodie die hij vroeger gebruikte in zijn liederen ‘Des Knaben Wunderhorn’.
Behalve Mahler parafraseert Berio ook Debussy’s ‘La mer’, Ravels ‘La valse’ en Stravinski’s ‘Le sacre du printemps’. En hij gebruikt flarden van Brahms, Richard Strauss, Beethoven, Bach, Schönberg, Berg en uiteindelijk Berio zelf.
Het had nog veel meer kunnen zijn: Berio moest zich voor het derde deel baseren op de partituren die hij meegenomen had op reis naar Italië, en de partituren die hij kon vinden in de lokale bibliotheek. De zangers verwijzen intussen naar James Joyce, Samuel Beckett, partituuraanduidingen van Mahler, een stukje graffiti uit Parijs en aantekeningen van de Russische toneelschrijver Vladimir Majakovski.
Na meer dan vijftig jaar blijft het werk nog steeds overeind. Meer zelfs: elke keer als je naar ‘Sinfonia’ luistert, blijf je kleine details ontdekken. Onder elke noot, ademhaling en lettergreep schuilt de liefde voor muziek en literatuur. Componist Leonard Bernstein, aan wie Berio het werk opdroeg, noemde deze ‘Sinfonia’ niet voor niets hét uitgangspunt voor de nieuwe richting die de klassieke muziek moest nemen na de pessimistische jaren zestig.