Een bezoek aan IRCAM
Een column van Melissa Portaels
In studio 1 wordt er gewerkt. Boven de hoofden van componist Philippe Leroux en computer music designer Serge Lemouton hangt een 360° geluidsinstallatie en voor hen op de tafel liggen een groot manuscript en een computer. Naar binnen gaan voelt een beetje als indringen. Mijn hart slaat een beetje sneller bij het gadeslaan van deze creatieve samenwerking, maar hier in IRCAM is het een heel alledaags beeld.
De symbiose tussen technologie en muziek is al sinds de oprichting diep verankerd in het DNA van IRCAM, het Parijse ‘Institut de recherche et coordination acoustique/musique’. Dat begon zo’n vijftig jaar geleden met een plan om in het nieuwe Centre Pompidou ook een documentatiecentrum en mediatheek voor moderne muziek te herbergen, maar kreeg met Pierre Boulez aan het roer haast hallucinante proporties. Uiteindelijk werd de Place de Beaubourg volledig utitgegraven en schuilt er vandaag onder de bekende Stravinsky-fontein nog steeds een doolhof van studio’s, akoestische laboratoria, een anechoïsche kamer en een akoestisch modulaire concertzaal (l’espace de projection). De rode draad doorheen vijf decennia IRCAM: het hand in hand gaan van wetenschappelijk onderzoek naar klank, baanbrekende technologie en muzikale creatie.
Boulez’ visie op de relatie tussen muziek en technologie is glashelder: beide domeinen moeten écht tot uitwisseling komen en samenwerken. “Il faut savoir se servir des machines: leurs possibilités dépassent souvent ce que le constructeur lui-même a prévu.” Alleen op die manier kan de technologie de muzikale creatie evenzeer aanvuren als de technologische ontwikkelingen de muzikale creatie.
Als visitekaartje in de jaren 1980 geldt zonder twijfel Boulez’ eigen compositie ‘Répons’ (1981) voor groot ensemble, zes solisten, zes luidsprekers en de 4X-computer. Wat deze monstermachine, ontwikkeld aan IRCAM, destijds zo radicaal vernieuwend maakte, is dat ze de instrumentale klanken van de solisten in real time kon analyseren, transformeren en uitsturen. In ‘Répons’ bouwt Boulez er een bijzondere klankarchitectuur mee, waarin hij volop speelt met ritmische echo’s tussen de instrumentale klanken en de electronics. Vandaag ziet de set-up er veel minimalistischer uit en volstaat een laptop. Het muzikale idee uit Boulez’ partituur blijft hetzelfde als met de 4X, maar de technologie en daarmee ook de klank werden de 21e eeuw in geloodst.
Melissa Portaels is stafmedewerker bij MATRIX [Centrum voor Nieuwe Muziek]. Ze schrijft haar columns bij deze concertreeks op vraag van Muziekcentrum De Bijloke. In het kader van de podcast 360° Boulez kregen zij en Toon Vannieuwenhuyse een blik achter de schermen in IRCAM. Je hoort er alles over in de vierde aflevering, nu overal te beluisteren.