Trump is boe
Een column van Annemarie Peeters
De ochtend waarop deze column in mijn schrijfagenda staat, is het me zwaar te moede. ‘Trump is boe,’ zingt mijn dochter terwijl ze touwtjespringt in het midden van de living. ‘En hij stinkt naar koe!’ vervolgt ze ijverig. Maar hij heeft wél gewonnen volgens het nieuws op mijn telefoon. Ik zucht. In mijn hoofd heeft de dissonantie tussen wat recht en krom voelt alweer een nieuwe piek bereikt. De zoveelste al het afgelopen jaar en dan heb ik het voor alle duidelijkheid niet over mijn touwtjespringende dochter. We zullen het moeten uitzitten, houd ik mezelf voor. Zulke zinnetjes zeg ik de laatste tijd wel vaker tegen mezelf.
In een gesprek met vriendinnen ging het onlangs over geloof – tot onze eigen verbazing, want gelovig zijn we geen van drieën. Een van ons bekende aarzelend hoe fijn ze het vond om af en toe de mis te zingen in de kathedraal. Mijn andere vriendin haakte er zuchtend op in: ‘het klinkt misschien raar maar...’ Ze plukte de woorden uit de avondlucht. ‘Zijn we niet iets kwijt wat we gewoon superhard nodig hebben?’ We knikten gedrieën. ‘Hoop,’ hoorde ik mezelf zeggen, ‘áls we een geloof hadden, dan hadden we daar nu hoop in kunnen vinden.’ Daarna zwegen we.
Voortdoen, denk ik – nog zo een zinnetje. Er zit niets anders op. En dus luister ik op deze grijze, van hoop verstoken zesde november naar Monteverdi. Een kerstalbum met muziek uit de Selva morale e spirituale dat Andrea Marcon en La Cetra twee jaar geleden op de markt brachten. Greatest hits van een kapelmeester die verdomd goed wist hoe hij de duisternis met kleuren kon bestrijden. Ik luister en surf tegelijkertijd naar beelden van de San Marco in Venetië. Ik zoom in op de gouden mozaïeken, laat de blinkende edelstenen van het Pala d’Oro op me inwerken. Er glijdt, bijna ongemerkt, een lichtstraal over mijn schrijftafel.
Polarisering was niet Monteverdi’s ding, bedenk ik al luisterend. Hij was meer van het verbindende type. Onzuiver in de leer: nooit of-of. Altijd en-en. Alles wat er muzikaal leefde in het zeventiende-eeuwse Venetië vervlocht hij tot één veelkleurig weefsel, dat hij in de San Marco vanop de verschillende tegenover elkaar liggende balkons op de notabele kerkgangers afvuurde. Vooruit en achteruit, links en rechts, heden en verleden: Monteverdi hóéfde niet te kiezen tussen de uitersten van zijn tijd – de puzzel paste zo ook. Solo’s vol zoete expressie wisselden probleemloos af met koorpassages die naar ouder tijden lonkten. Instrumenten en stemmen bekampten elkaar in moderne stijl, koren zongen eensgezind de oude teksten die Monteverdi zo mooi naar het heden wist te hevelen. Precies in het midden, daar bevond zich de sweet spot van de San Marco waar Monteverdi’s magische tegenstellingen in elkaar overvloeiden. Daar, zo voel ik nu, zou ik vandaag willen zitten. In dat zinderende midden.
Slechts één conclusie. Deze wereld heeft meer Monteverdi nodig. Laat dat dan maar meteen mijn kerstwens zijn: méér Monteverdi dan we opkunnen! Voor iedereen! En hoop, dat ook.
Annemarie Peeters is auteur, muzikant en dramaturg. In het dagelijkse leven schrijft ze voor De Standaard over klassieke muziek. Ze schreef haar column bij dit concert op vraag van Muziekcentrum De Bijloke