Tussen ketter en kerkvorst
Mien Bogaert
Herinner je je nog de tijd van de adventskransen, aan de voordeur en op tafel? De vier kaarsen, één na één aangestoken, met waspoelen op ongelijke hoogtes, en ook, de continue dreiging dat de vlam het kransloof zou bereiken? Het geïntensiveerde kerkbezoek, culminerend in de middernachtsmis waar het lokale dorpskoor, geholpen door een orgel spelende koster je de hemel in katapulteerde? De Glühwein die je daarna verwarmde, de kerstwensen op het dorpsplein, het veel te late uur …
Een kwarteeuw later flitst nog eens, scrollend door de feed, een adventskalenderadvertentie voorbij. Met achter de dagelijkse luikjes: chocolade voor de kinderen, theezakjes voor de veganisten en kleine flesjes sterke drank voor zij die echt willen leven. Voor de rest moeten we er vandaag op letten vroeg genoeg met de kerstaankopen te beginnen, want in december worden pakjes net dat beetje duurder, zo klonk de op zijn kop gestelde vraag-aanbod-redenering van Bpost. Schreeuwlelijke Black Friday-deals van commerciëler ingestelde organisaties doen dan weer kond dat eind november niet Christus, maar wel de klant koning is.
Wat ons wel nog rest, op de eerste zondag van de advent, is Händels ‘Messiah’, het christendom gereanimeerd door vaardige vertolkers, internationaal talent in ’s werelds oudste ziekenzaal. De voorganger is een vrouw, een uitzondering, maar sinds kort geen probleem meer in de Anglicaanse kerk. Daar hinken wij Rooms-Katholieken achterop. Wij? Of zij? Want wie identificeert zich nog met het hoopje zich beduusd verontschuldigende pastoors, bisschoppen en andere gewijden die na ‘Godvergeten’ geen kant meer uit kunnen?
Maar als u door Gods hand alsnog wil worden beroerd, rep u dan naar de ziekenzaal met de eikenhouten hemel. Want muziek, zo schreef Connie Palmen in ‘Lucifer’, is een kunstdiscipline die zelfs atheïsten in het bestaan van God doet geloven. Bachs ‘Mattheuspassie’ als raakvlak tussen ketter Vermeersch en kerkvorst Léonard. Händels ‘Messiah’ zoomt echter niet in op het lijden, maar op de hoop. De hoop dat het morgen beter zal gaan, de hoop op verlossing voor begane zonden, de hoop op nieuw leven.
Losgeweekt van de ritus blijft de muziek. Als weleer schenkt zij toehoorders een korte adempauze, een vlucht uit de realiteit, een denkpauze waarin nieuwe ideeën kunnen ontstaan, de hoop terug kan ontkiemen. Terug zin krijgen in het leven op de tonen van Händels 'Halleluja', of nog verder teruggaan in de tijd en je laten omhelzen door renaissancemuziek, gebracht door het oudemuziekensemble Stile Antico … Zo is Kerst niet meer enkel kopen, maar terug weer een beetje inkeer, samenzijn en hopen.