‘Dit gedicht is een baken van hoop’
' 'Cornet’ is de laatste, meest intense literaire bloem van de Romantiek.’ Het enthousiasme van klavierspeler en dirigent Andreas Küppers over het poëtische verhaal van Rainer Maria Rilke is aanstekelijk. Samen met tenor Julian Prégardien en B’Rock Orchestra koppelt hij vijf eeuwen muziek aan deze onbetwiste klassieker uit de literatuur.
Waldo Geuns
In 1912 publiceert de Duitse dichter Rainer Maria Rilke een verhaal over onderofficier en vaandeldrager Christoph Rilke, die in één etmaal de liefde leert kennen en al vechtend de dood vindt. Tot Rilkes verbazing groeit ‘Die Weise von Liebe und Tod des Cornets Christoph Rilke’ uit tot een literair succes. Want dit oorlogsverhaal – gewoonlijk ‘Cornet’ genoemd – krijgt plots een heel andere betekenis wanneer in 1914 de oorlog uitbreekt.
Rilke is in zijn tekst meesterlijk, lyrisch en meeslepend. En zijn poëzie klinkt als muziek in de oren van klavierspeler Andreas Küppers en tenor Julian Pr.gardien, die samen met B’Rock Orchestra Rilkes werk gebruiken voor een gloednieuw project. Tijd om deze klassieker vanonder het stof te halen en om samen met Andreas Küppers een tipje van de sluier over hun programma te lichten.
“Ik raad het iedereen aan om ‘Cornet’ te lezen. De poëzie van Rilke klinkt zo ongelooflijk muzikaal. Let maar op het tekstritme van de openingszinnen: ‘Rijden, rijden, rijden, heel de dag, heel de nacht, heel de dag. En de moed is zo moe geworden en de hunker zo groots.’ Het boek is de laatste, meest intense literaire bloem van de Romantiek.”
Twee jaar nadat ‘Cornet’ is verschenen, breekt de Eerste Wereldoorlog uit. De soldaten van beide fronten trekken ten oorlog gedreven door patriottistische gevoelens. Ze zijn van mening dat ze na enkele weken terug thuis zullen zijn. Maar het loopt helemaal anders. Hoe komt het dat in die troebele tijden het succes van Rilkes boek overeind blijft?
“De diepgaande gedichten van Rilke zijn zowel voor hem als voor anderen een baken van hoop. Hij heeft zelf veel eenzaamheid en wanhoop gekend, en in ‘Cornet’ herkennen we zowel dat vooroorlogse triomfgevoel als het gevoel van machteloosheid omdat de schoonheid van de wereld onherroepelijk verloren is. Hij schrijft vaak over een liefde die de dood en de tijd overstijgt, een heel romantische gedachte.”
Het overstijgen van de tijd is de sleutel tot jullie project. Jullie voeren maar één muziekwerk uit op tekst van Rilke, namelijk een fragment uit een melodrama dat de Oostenrijkse componist Casimir von Pászthory baseert op 'Cornet'. De andere muziek overkoepelt daarentegen vijf eeuwen.
“We hebben telkens een romantisch lied gepaard met muziek uit een andere periode. Prégardien is een specialist van zowel lied-, barok- als romantisch repertoire, en samen zijn we gaan grasduinen in werken die aansluiten bij Rilkes opvattingen over liefde en dood.”
“Gustav Mahler en Johann Sebastian Bach symboliseren bijvoorbeeld Rilkes houding tegenover de dood. De tekst van Mahlers lied ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’ is triest, maar de schoonheid van de muziek klinkt vol hoop. Dat geldt ook voor Bachs ‘Komm, du süsse Todesstunde’. Dankzij zijn muziek lijkt sterven plots niet meer zo negatief.”
“Het lied ‘Adelaide’ van Beethoven en ‘Ach Liebste’ en ‘Jetzund kömmt die Nacht herbei’ van de Duitse barokcomponist Erasmus Kindermann gaan dan weer over de liefde die de dood overstijgt. In ‘Weinend seh' ich in die Nacht’ van Mendelssohn en ‘Flow my tears’ van renaissancecomponist John Dowland overheerst de romantische melancholie. Afsluiten doen we met muziek van de onbekende Nieuw- Zeelandse componist Douglas Lilburn. Zijn 20e-eeuwse ‘Canzones' gaan net als ‘Ich fahr dahin’ van Johannes Brahms over afscheid.”
Wat doet de confrontatie tussen de verschillende muziekperiodes met het publiek? Want naast B’Rock Orchestra met zijn basso continuo staat er ook een ‘moderne’ piano op het podium.
“Door de confrontatie van de twee werelden ga je plots gemeenschappelijke ideeën herkennen. Dat ga je merken in het werk van Casimir von Pászthory. Hij begeleidt Rilkes woorden uit 'Cornet' met muziek in de stijl van Richard Wagner en Richard Strauss. Net als ‘Il combattimento di Tancredi e Clorinda’ van barokcomponist Claudio Monteverdi gaat het over liefhebben en sterven. Maar nog straffer zijn de gesproken woorden in von Pászthory’s melodrama die een link hebben met de reciterende stijl, een soort van zingend spreken, in Monteverdi’s werk. Dit is het moment in het programma waarop alles lijkt samen te komen en je merkt dat de mix van stijlen en periodes iets heel natuurlijks is.”