‘En ze leefden nog lang en gelukkig? Zo ging het helemaal niet!’
Klaar om wakker gekust te worden? Met de hulp van Hans, Grietje, Maurice Ravel en Moeder de Gans blazen actrice Maaike Cafmeyer, dirigent Martijn Dendievel en Symfonieorkest Vlaanderen onze oude liefde voor sprookjes nieuw leven in. ‘Veel mensen denken dat ze het kind in zichzelf nooit zijn kwijtgeraakt. Dat is dus totaal niet waar.’
Bart T'Jampens
Helemaal op het einde van het interview geeft Maaike Cafmeyer ons een milde – en voor alle duidelijkheid: verbale – pedagogische tik. We spreken elkaar zo’n drie maanden voor de voorstelling en ze zit nog volop in het maakproces, samen met dirigent Martijn Dendievel en regisseuse Mareille Labohm. Vragen over wat we precies mogen verwachten zijn misschien logisch, maar ook wat voorbarig. En een beetje jammer, vindt ze. “Het is des mensen om te willen begrijpen. Maar kunst begint daar waar je het niet meer kunt benoemen, waar je je moet overleveren aan het gevoel. ‘Wat is dit? Wat stelt dit voor? Wat is de betekenis?’ Neen, laat je prikkelen, leer iets nieuws kennen, laat je verbazen.” Genoteerd. Maar we hadden de vraag nu eenmaal zo gesteld:
Jullie brengen een voorstelling over sprookjes, voor volwassenen nog wel. Wat mogen we daar precies bij verwachten?
Cafmeyer: “Sprookjes bevinden zich als het ware ergens in een slapend hersengebied bij veel mensen, en wij gaan dat proberen wakker te maken. We gaan de mensen in de nevelen van de fantasie trekken. Het zal geen ‘normale’ concertbeleving zijn, het wordt iets helemaal anders. Martijn heeft de muziek aangeleverd, ik heb geluisterd en mij afgevraagd: wat maakt dit allemaal in mij los? Wat me fascineert aan sprookjes, is dat ze vaak over heel alledaagse mensen gaan. De houthakker, de spinster, jij en ik dus. Het zijn gewone mensen die eens uit het alledaagse willen ontsnappen. Of verdwalen, zo je wil. In een fantasiewereld, in het sprookjesbos… En ik bedacht me nog: eigenlijk komt de helft van alle instrumenten uit een orkest uit het bos. (lacht)”
Dendievel: “Meer dan de helft zelfs. Had ik nog nooit zo over nagedacht, maar het klopt wel.”
De muziek die we te horen zullen krijgen, is puur orkestraal. Kan muziek echt een verhaal vertellen, zonder woorden?
Dendievel: “Zeker. De stukken die we brengen, rusten net op dat idee: het is de muziek die het sprookje brengt. Maar we willen het breder trekken dan louter het verhaal, er is ook altijd meer dan één moraal. Vergelijk het met Disneyfilms: je hebt die als kind wel gezien, maar als je er als volwassene opnieuw naar kijkt, ontdek je nieuwe lagen.”
Cafmeyer: “Ik heb mij wat in Disney verdiept voor deze voorstelling, en het valt op hoezeer zij de verhalen naar de tijdgeest trekken. In de vroegere verhalen, of het nu gaat over Assepoester, Sneeuwwitje of Doornroosje, zijn de prinsessen allemaal vrouwen die (knipt met vingers) een korte ontmoeting hebben met een man, en dat mondt dan uit in één moment van schittering. Maar de vrouwen zijn er redelijk passief. Als je echter kijkt naar modernere sprookjes, zoals ‘Vaiana’ of ‘De prinses en de kikker’, dan zie je allemaal ondernemende meisjes. Ze hebben hun eigen leven, ze zijn niet meer onderdanig en smachtend naar een prins.”
“Het boekje ‘De ongeschminkte Grimm’ (dat de oerversies van de sprookjes van de gebroeders Grimm brengt, red.) toont die evolutie ook mooi. In ‘De kleine zeemeermin’ die wij kennen, komt het op het einde allemaal goed. In het oorspronkelijke verhaal: niets daarvan! De zeemeermin krijgt haar stem níét terug, ze verandert in het schuim van de zee. Toen ik die versie in de jaren 80 eens op tv zag, heb ik zitten snikken dat het niet normaal was. Veel sprookjes eindigden niet met ‘ze leefden nog lang en gelukkig’. De romantiek, en later ook Disney, ze hebben er serieus mee gesjoefeld. (lacht)”
Zijn sprookjes eigenlijk wel iets voor volwassenen?
Cafmeyer: “Bij uitstek! Veel mensen denken dat ze het kind in zichzelf nooit zijn kwijtgeraakt. Dat is dus totaal niet waar. Dat besef je als je sprookjes leest of hoort: dan komen herinneringen boven die je echt kwijt was. Hoe je je kon overgeven aan een verhaal, die band van toen met je vader of moeder die in bed kwam voorlezen, hoe veilig je je voelde. Uiteindelijk zijn het ook allemaal verhalen die in de kern gaan over onze diepste angsten en verlangens, over anders of meer willen zijn, iets wat elke volwassene wel herkent.”
Beethoven met de trein
Behoeft Maaike Cafmeyer (51) geen introductie meer, dan is Martijn Dendievel (29) bij het brede publiek misschien minder bekend. Een paar woorden vormen de rode draad in zijn biografie: “al op jonge leeftijd”. Begon als 3-jarige met vioollessen. Besliste op zijn 11e dat hij dirigent wou worden. Werd nog voor zijn 15e (!) toegelaten tot het Koninklijk Conservatorium van Brussel. Maar een filmpje op Youtube valt misschien nog het meeste op. Samen met een Duits collectief bracht hij in 2020 Beethovens ‘Ode an die Freude’ op een wel heel bijzondere manier: het publiek zit in een voorbijrijdende trein en luistert via oude FM-radio’s naar de symfonie, live gebracht door muzikanten die verspreid staan over 2,7 kilometer langs de spoorweg. “Het was het langste podium ter wereld”, zegt hij.
En nu breng je een voorstelling over sprookjes, in samenwerking met een actrice. Je houdt wel van het experimentele?
Dendievel: “Ik heb evengoed een drang naar de ‘normale’ aanpak, hoor: concerto voor de pauze, nadien een symfonie, alleen maar muziek. Maar in tijden waarin we het moeten opnemen tegen sociale media, tegen Netflix en co., is het ook zoeken naar andere manieren om mensen in contact te brengen met klassiek. Want waarom zouden mensen naar een klassiek concert gaan als ze het niet kennen? Het duurt lang, het is duur – alhoewel, spotgoedkoop in vergelijking met een kaartje voor Taylor Swift …”
Cafmeyer: “Moeilijk, vinden mensen ook vaak.”
Dendievel: “Onlangs las ik over een onderzoek naar de grootste drempels voor een klassiek concert. Blijkt dat mensen vooral schrik hebben om niet te weten waar het toilet in de zaal is! Ze weten ook niet goed wat ze moeten aantrekken, waar ze zullen moeten zitten, wanneer ze moeten applaudisseren…”
Cafmeyer: “Moh, da’s straf!”
Dendievel: “Dus ik probeer op andere manieren die drempels te overwinnen.”
En toch kies je voor relatief onbekende namen?
Dendievel: “We weten dat Beethoven verkoopt, dat het ‘Requiem’ van Mozart verkoopt… Maar als ze de naam Suk zien…”
Cafmeyer: “(lacht) Run, Forrest, run!”
Dendievel: “En toch is het prachtige muziek. Iedereen die ze hoort, zegt mij: ‘Waarom ken ik dat niet? Waarom wordt dat niet gespeeld?’ De uitdaging is dus om mensen tot in de zaal te krijgen.”
Hoe pak je dat aan?
Cafmeyer: “Via samenwerking. Martijn beseft dat het op een andere manier kan, en ik ben een enorme klassiekliefhebber. Ik herken dat onderzoek trouwens van bij mijn grootmoeder. Naar Bach gaan kijken? Ze dacht: al die chique mensen die daar zitten, wat gaan die wel peinzen van mij? Maar als ze keek naar een Duitse film met muziek van Brahms erin, zat ze te bleiten als een klein kind. Soms moeten mensen de kans krijgen om iets te ontdekken.”
Dendievel: “Daarom dat we dit bewust geen theatervoorstelling of klassiek concert noemen, we trekken de grenzen open. De voorstelling past niet in deze of gene categorie, en dat is net de bedoeling.”
Cafmeyer: “Misschien zeggen ze: ik weet het niet. Maar ‘ik weet het niet’: ik vind dat ook goed. (lacht)”
Chantal
Op het moment van het interview heeft Maaike Cafmeyer net het derde seizoen van de tv-serie ‘Chantal’ opgenomen, de bijzonder succesrijke spin-off van de reeks ‘Eigen kweek’. Zoals we Cafmeyer daar zien, in de huid van wijkcommissaris Chantal Vantomme, kennen we haar het best: eigenzinnig, grappig, every inch West-Vlaanderen. Maar haar palet is breder dan dat. Zal humor een plaats hebben in deze voorstelling?
Cafmeyer: “Het is niet de bedoeling dat iedereen platligt van het lachen. Maar, ja, ik hoop het. Ik denk het. Het is onvermijdelijk. (lacht)”
Maar we moeten geen Chantal-West-Vlaams verwachten?
Cafmeyer: “Neen, dat denk ik niet. Tenzij… Nee, sorry (lacht).” Dendievel: “Brugs misschien?” Cafmeyer: “Ja, we zijn niet ver van elkaar opgegroeid. Er zat alleen maar een groot bos tussen, het bos van Zedelgem zeker? (Dendievel is van Oostkamp, Cafmeyer van Torhout, red.) Kijk, daar is wéér dat bos.”
Dendievel: “Het kan wel mooi zijn dat Maaike een keer géén humor brengt. Ik ben bijvoorbeeld een grote fan van Rowan Atkinson. Iedereen kent hem als Mr. Bean, maar wat hij in de reeks ‘Maigret’ gedaan heeft, is pas echt geweldig: hij speelt er een heel andere rol, totaal gespeend van humor. Hij is er gewoon een deeply troubled man.”
Cafmeyer: “Mensen associëren mij met humor, dus waren er velen geschrokken toen ze mij in ‘De twaalf’ zagen (waarin ze de hoofdverdachte van een moord vertolkt, red.). Dan denk ik: ja maar, daar ben ik wel voor naar school geweest, hé! Ik heb in het NTGent heel vaak drama gespeeld, als jonge vrouw werd ik alleen maar gevraagd voor getormenteerde rollen. En het is ook dat wat ik graag doe: in de huid van iemand anders kruipen en die persoon worden.”
Dendievel: “Maar nu ga je jezelf zijn?”
Cafmeyer: “(lacht geheimzinnig) Mmm, misschien. Of toch zo dicht mogelijk daartegen.”