'Ik ben geen lief, klein meisje'
Diamanda La Berge Dramm is een spetterend totaalpakket. De Amsterdamse beschikt over een eigentijds voorkomen, een innemende en tegelijk kamervullende presence, maar vooral een bezielde muzikaliteit. ‘Bach en Cage hebben veel met elkaar gemeen.’
Bram Van Haelter
Nieuwe inzichten uit neurologisch en psychologisch onderzoek wijzen erop dat onze zintuigen nauwer met elkaar verwant zijn dan we denken. Zo koppelen we aan bepaalde smaken intuïtief een visuele component: een chardonnay is vaak een ‘ronde’ wijn, terwijl gember ‘scherp’ smaakt. Ook aan geluid kunnen we beelden linken. Een contrabas klinkt donkerder dan een dwarsfluit. Een stem klinkt ‘ragfijn’ of net ‘breed dragend’. Sommige muzikanten lijken echter de synesthesie (want zo heet het verschijnsel waarbij we zintuiglijke ervaringen ongewild koppelen) te overtreffen.
Diamanda La Berge Dramm is daar het eigentijdse prototype van. Zowel de zang als het vioolspel van de muzikante zijn bij uitstek polymorf, als een veelkoppig wezen dat tegelijk mierzoet, messcherp en extatisch (maar nog vaker niets van dat alles) klinkt.
In haar muziek zoekt Dramm naar de (on)mogelijkheden van haar instrumenten door onorthodoxe speltechnieken uit te proberen. De vioolsnaren worden geplukt, uitgetrokken en in alle richtingen van de wind bestreken om nieuwe klankkleuren te verkennen en ze klopt op haar klankkast tot basachtige beats doorheen de houtnerven van haar viool bonken. Maar vooral: ze kneedt de klanken in allerlei vormen zonder dat de muziek aan esthetische waarde inboet. Het experiment klinkt niet als dusdanig, integendeel. Het resultaat is een wonderlijke ontdekkingsreis langs (en op welgemikte momenten net over) de grenzen van het traditioneel toelaatbare. “Het is een manier om de authentieke viool te horen, doorheen de randen van haar geluid. Alsof je heel veel raampjes opent om het kerngeluid weer te horen”, zegt ze daar zelf over.
De expertise die Dramm de afgelopen jaren rond deze ‘extended techniques’ heeft opgebouwd, geeft ze overigens maar al te graag door. “Als hedendaagse violist zie ik het als mijn verantwoordelijkheid om de viool relevant te houden. De context waarin we luisteren, verandert natuurlijk. Ik ben nieuwsgierig om onze 21e-eeuwse oren te volgen en te kijken waar we landen.”
Buikgevoel
De veelzijdigheid die Dramm aan de dag legt in haar speltechniek, trekt ze maar wat graag door in haar oeuvre. Zo bracht ze al werk van verschillende oude meesters en postmoderne visionairen, en werkte ze in een recent verleden nog samen met John Cale, medeoprichter van de invloedrijke rockgroep The Velvet Underground. Op ‘Inside Out’ – het project dat de basis vormt voor haar concert in De Bijloke – plaatst ze muziek van Johann Sebastian Bach tegenover die van avantgardist John Cage. Met die combinatie overspant ze zo’n 300 jaar en een belangrijk deel van de moderne muziekgeschiedenis. De confrontatie tussen beide heren is niet gebaseerd op ingewikkelde musicologische theorieen, maar op (een beangstigend sterk) buikgevoel. “Voor mij vraagt de muziek van zowel Bach als Cage een soort cocreatief proces. Hun werken komen pas echt tot leven als ze gehoord en geïnterpreteerd worden. In dat opzicht ben ik slechts de facilitator van een ervaring die we samen tot stand brengen.”
Daarnaast is Dramm aangetrokken tot de benadering van stilte, die beide componisten misschien wel verbindt. “Het zijn uiteindelijk de pauzes tussen de noten die de klank echt vormgeven, een beetje zoals je een foto in negatief kan zien.”
Geen lief klein meisje
Even edgy als haar muziek is Dramms voorkomen. Met haar kortgeschoren coupe en excentrieke jurken (waarvoor ze samenwerkt met modehuis MAISON the FAUX) kleurt ze misschien buiten de lijntjes van de behoudsgezindere concertzalen, des te meer is ze een kind van haar tijd en misschien wel het uitgelezen uithangbord van haar generatie binnen de klassieke muziek. “Ik zat er wat verveeld mee dat mensen me steeds zagen als een lief klein meisje, dus ben ik me anders gaan etaleren. Ik wil mezelf presenteren zoals ik ben, en ik heb nu eenmaal maar weinig te maken met de klassieke hokjes. Mijn voorkomen helpt ook om een zekere openheid te creëren bij het publiek: ik ben mij ervan bewust dat mensen andere oren op hebben als ze iets anders zien.” Tja, onze zintuigen zijn nu eenmaal nauwer met elkaar verwant dan we denken.