Vijfstemmige dialoog
Een column van Roeland Hendrikx
Ik had nooit gedacht dat de klarinet me de wereld rond zou brengen. Het was bijvoorbeeld in de eerste plaats een happy accident dat het instrument in mijn handen terecht kwam. Mocht er geen klarinettentekort geweest zijn in de lokale waar mijn vader speelde, dan was er van het Roeland Hendrikx Ensemble wellicht geen sprake geweest – en stonden deze woorden er al helemaal niet.
Gelukkig ging ik snel van de klarinet houden. En zoals het hoort begon dat onschuldig: als een manier om mijn vrije tijd in te vullen en mijn vrienden te zien. Al snel werd dat serieuzer: een nieuwe academie, een betere leraar, studies aan het conservatorium. Het was ook duidelijk dat ik hard zou moeten werken om te kunnen leven van mijn instrument. En dat heb ik ook gedaan. Ik kreeg enorm veel kansen: in het orkest (eerst De Munt, dan het Nationaal orkest), lesgeven (aan het Lemmensinstituut en het Conservatorium van Maastricht), meespelen in vele kamermuziekensembles… en uiteindelijk ook een eigen ensemble. Ik doe het allemaal graag, maar op een bepaald moment werd het duidelijk dat ik keuzes moest maken. Ik liet het orkest vallen, om te focussen op mijn lievelingsrepertoire: concerti, en kamermuziek. Dat laatste dan nog het liefst met de musici van mijn eigen ensemble, waarmee ik graag en veel samenwerk.
De klarinet kent namelijk vele gezichten in de kamermuziek, maar ik hou misschien wel het meest van de complexe eenvoud van het klarinetkwintet. Mijn favoriete werken in het genre, waar je er deze middag twee van zal horen, tonen een enorme graad van gelijkwaardigheid in de stemmen. Soms heeft de klarinet de leiding, maar evengoed is het een dialoog tussen de twee violen, of neemt de cello de bovenhand. Er zijn veel tijdgenoten die zich gewaagd hebben aan het genre, maar voor mij kan niemand tippen aan de maturiteit waarmee Brahms de muziek voor zich laat spreken. Ik wentel me in de dienende rol die de klarinet soms van hem krijgt, en ik geniet. Ik krijg al een krop in de keel door aan zijn opus 115 te denken. Muziek om van te houden.
Daartegenover klinkt Mozarts klarinetkwintet spontaan en vrolijk – iets dat volledig past bij de persoon die hij toen was. Ook al is mijn vroegste herinnering niet zo vrolijk. Ik voerde het werk voor het eerst uit in 1996, in een platgebombardeerd Sarajevo. De oorlog was er net voorbij, de stad lag in puin, en samen met een aantal collega’s van De Munt werden we in een C-130 naar Bosnië-Herzegovina gevlogen voor twee concerten. Een heel emotionele trip, die ik tot vandaag meedraag. Zijn ‘Larghetto’, het tweede deel dat op zich al boordevol emotie zit, heeft daar iets losgemaakt. Ik denk bij de muziek vaak terug aan die koude, donkere zaal – zonder verwarming, met kaarsen verlicht. Ik sluit mijn ogen en ben er terug.
Ik koester nog elke dag die ik met mijn instrument mag doorbrengen. Als een stem, die vele verhalen vertelt, brengt ze ook vandaag de diepste zielenroerselen van Mozart en Brahms opnieuw tot leven. Doe zoals ik ongetwijfeld zal doen: sluit de ogen, geniet, en krijg een krop in de keel.
Roeland Hendrikx is klarinettist en muzikaal leider van het Roeland Hendrikx Ensemble. Hij schreef zijn column bij dit concert op vraag van Muziekcentrum De Bijloke