Bach als religie
Florestan Bataillie
Op het conservatorium sprak men mij wel eens over het Oude en het Nieuwe Testament. Het Oude Testament is Bachs ‘Das Wohltemperierte Klavier’; het Nieuwe Testament zijn Beethovens 32 pianosonates. Een vergelijking die ook vandaag nog stand houdt. Iedere zichzelf respecterende pianist wordt verondersteld om steeds weer naar deze werken terug te grijpen. Bach als religie. Het is als het ware de vruchtbare humuslaag waarop de rest van de pianoliteratuur kan groeien en bloeien. Met het verstrijken van de tijd blijven deze stukken als robuuste eiken boven het landschap prijken. Anderzijds laten ze net als wuivend riet een moderne bries toe.
Strikt genomen is de piano een anachronisme wanneer je er Bach op speelt. Sterker nog, voor puristen is Bach op moderne vleugel als vloeken in de kerk. Persoonlijk heb ik altijd gevonden dat de uitdrukkingsmiddelen op piano een verfrissende, andere kijk op de zaak bieden dan wanneer je het op klavecimbel hoort. Hierin zit voor mij ook net de kracht van Bach: niet het ene óf het andere instrument, maar de muziek zelf.
Doorheen mijn studies kwamen de Preludes en Fuga’s altijd weer terug. Met hun verpletterende schoonheid, maar ook met hun onhandigheden - en dat mag je gerust letterlijk nemen. Je moet je vingers van één hand soms behoorlijk in de knoop leggen om bepaalde noten uit het polyfoon weefsel aan te houden en tegelijk met andere een snel loopje gespeeld te krijgen. Het ontcijferproces is als het invullen van sudoku’s. Er is vaak maar één oplossing en je voelt wanneer het klopt. Mij geeft dat altijd een soort kick. Wie bovendien de Urtext-uitgave studeert, krijgt geen dynamische contrasten mee, noch aanwijzingen voor articulatie of tempo. Het is een wit canvas aan opportuniteiten, maar bezwaard met een enorme traditie. Alle 48 stuks.
Waarom zou je ze allemaal instuderen? Elk paar is een microkosmos op zich, stelt andere uitdagingen en vereist andere accenten. Waarom zou je ze allemaal uitvoeren? (En was dit wel Bachs bedoeling?) Integrale uitvoeringen zijn gebeurlijk, maar niet alledaags. Wanneer je de kans krijgt dit soort ervaringen mee te pikken, mag je jezelf gelukkig prijzen. Het zijn hoogdagen voor fijnproevers. Het biedt de ene ruimte voor contemplatie, of zelfs meditatie. De ander zal zichzelf tegenkomen en de uitvoeringen sterk emotioneel beleven. Of misschien speelde je zelf ooit thuis of in de pianoles een van de delen en wordt het een heuglijk wederhoren? Wat je motivatie ook is: bij ons zit je goed.