Hemelse leven
Jasper Gheysen
Binnentreden in de kosmopolitische wereld van Gustav Mahler is geen walk in the park. Je moet er klaar voor zijn. Klaar zijn als in het moment zelf, maar ook mentaal een soort rust hebben die het leven voor je heeft voorbereid. Zo’n tien jaar geleden vertrok ik met mijn beste vriend op roadtrip naar Italië, het land dat zoveel gegeven had aan de klassieke muziek. Geen betere bestemming voor een afstudeerreis van twee kwieke musicologen die zich de voorbije vier jaar hadden afgebeuld om maar een fractie van de geschiedenis en analyse van de westerse klassieke kunstmuziek te vatten. In die tijd - vóór alle zielloze streamingmodules - kocht je als melomaan nog lijvige cd-boxen, grote, stevige kartonnen gevuld met talloze schijfjes muzikale pracht en praal.
Een van die boxen bleef tijdens onze jaren in Leuven opvallend onaangeroerd, de verzamelde symfonieën van Gustav Mahler, uitgevoerd door niemand minder dan Leonard Bernstein. Als een soort doos van Pandora werkte deze heilige graal onder de opnames eerder verlammend dan uitnodigend. Wanneer was je klaar om deze wereld aan te boren? Wanneer was je goed genoeg?
Op weg naar Italië waagden we onze kans, tijd zat. Met grote verwachting lieten we Titan, de 'Eerste' van Mahler, schallen door een stel povere boxen van een oude Renault Megane. Na een half uur symfonisch vuurwerk, intertekstualiteit, grote en kleine thema’s, volle orkestklanken of intieme solopassages, draaiden we unaniem de volumeknop dicht. Badend in een Italiaanse zon, met een landschap om U tegen te zeggen dat voorbij flitste, beseften we heel goed dat dit niet de plaats of tijd was om onze liefdesrelatie met een van de grootste componisten aller tijden aan te gaan. Zoals ik al zei, wie van Mahler wil houden, moet er klaar voor zijn.
Terwijl ik deze brief schrijf bijna elf jaar later, sta ik anders in het leven. Meer jaren op de teller, meer ervaring, nog meer feeling met de muziek in het algemeen, en meer zin in Mahler. Ik wou dat ik de jonge Jasper en Nicolas met een teletijdmachine iets kon zeggen: begin niet met de 'Eerste' maar met de 'Vierde'. Bewonder de historische beelden van Bernstein die, in 1987 in Het Concertgebouw Amsterdam met het Concertgebouworkest, de 'Vierde' tot leven wekt. Ingetogen vuur, verstilde emotie, zweetdruppels die tranen van engelen zijn. Bernstein was niet klaar voor Mahler, hij was volledig één met Mahler en zijn muziek, iets waar Bradley Cooper of Stefaan Degand alleen maar van kunnen dromen. De Vierde van Mahler eindigt met een fantasierijke verbeelding van een feest in de hemel. Het gedicht van Brentano ‘Das Himmlische Leben', ditmaal vertolkt door de enige Christiane Karg, herinnert er ons aan dat er leven na de dood is. Wat was dat een passende soundtrack geweest voor die heerlijke taferelen in de Italiaanse laars.