Do women need the renaissance?
Jonas Roelens
Did Women Have a Renaissance? We zijn 1976 en de Amerikaanse historica Joan Kelly-Gadol gooit een stok in het kunsthistorische hoenderhok door een essay met deze vraag als titel te schrijven. In de nasleep van de tweede feministische golf werden meer en meer academici zich ervan bewust hoe ze het verleden bestudeerden vanuit een androcentrische invalshoek. Een houding waarbij het mannelijke geldt als de sociale maatstaf en het vrouwelijke als afwijkend of ondergeschikt beschouwd wordt.
Maar hoeveel aspecten van dat verleden verliezen we als we enkel die stilzwijgende androcentrische norm gebruiken om dat verleden te bekijken? Hoe passen vrouwen dan in onze historische beeldvorming? Daarom vroeg Joan Kelly-Gadol zich af: was er ook voor vrouwen zoiets als een renaissance? Een periode van culturele bloei, humanisme, herontdekking en vernieuwing, zoals het cliché het wil?
Neen, zo was ze stellig. Vrouwen werden vanaf de 16de eeuw stelselmatig ‘gedomesticeerd’. Weggerukt uit het openbare leven en opgesloten in een nieuw ideaal van vrouwelijke kuisheid. Een concept dat sindsdien bekendstaat als ‘vroegmoderne disciplinering’. Dat houdt in dat de normen, waarden en taboes rond seksualiteit, eer en genderverhoudingen in de renaissance niet drastisch verschilden van die in de middeleeuwen, maar dat ze wel veel strenger toegepast werden. Overspel bijvoorbeeld werd in de 17de eeuw veel strenger vervolgd dan een paar eeuwen daarvoor. Die evolutie valt niet via één oorzaak te verklaren. Mogelijk speelde de gecentraliseerde staatsvorming met een absolute vorst aan de top een rol. Misschien leidde de Reformatie ertoe dat religieuze stromingen hun opvattingen over de verhouding tussen mannen en vrouwen scherpstelden.
Ondertussen stellen genderhistorici zich de vraag: Do women need the renaissance? Wat is het nut van kunsthistorische breukvlakken en traditionele tijdsvakken om veranderingen in historische genderverhoudingen af te toetsten? Verandert de onthulling van Bernini’s ‘David’ iets in het alledaagse leven van vrouwen in het barokke Rome bijvoorbeeld? Bijna vijftig jaar nadat Kelly-Gadol haar essay publiceerde, wordt de tekst nog altijd druk gelezen en geciteerd, maar ook genuanceerd.
Want naast grote tendenzen, is er tegenwoordig ook meer aandacht voor individueel beleefde ervaringen in het verleden. Vijftig jaar later zijn er heel wat onbekende namen van onder het stof gehaald. Hoewel ze moesten navigeren in een door mannen gedomineerde industrie, slaagden misschien wel meer vrouwen dan gedacht er in om die beperkingen te overwinnen en muziek te maken die tijd en geslacht overstijgt. Wat het belang aantoont van blijvend onderzoek, van blijven graven in archieven, van het blootleggen van nieuwe namen en onbekende composities, en het laten klinken van die muzikale diversiteit doorheen de eeuwen. Hoera voor Les Kapsber’girls!