De helden van het gitaarwalhalla
Op 18 en 19 april verwelkomen we vier uitzonderlijke ambassadeurs van de gitaar. Met zes snaren verkennen de virtuozen het rijke grensgebied tussen de diepste jazztraditie en de spannendste avant-garde. Vier portretten met minstens evenveel recente luistertips.
Guy Peters
Julien Tassin
Belg in opmars
Julien Tassin is een bijzonder productieve en onrustige gitarist uit Charleroi. Hij is bezig aan een even gestage als verschroeiende opmars, aan beide kanten van de taalgrens bovendien, met soloalbums en diverse samenwerkingen. Zijn potige trio met Nicolas Thys en Dré Pallemaerts behoort tot het beste wat de Belgische jazz momenteel te bieden heeft. Maar ook solo snijdt zijn organische mix van blues, jazz en rock steeds dieper. Tassin bracht in december twee albums tegelijk uit: soloplaat ‘Wild Around’ én ‘Midnight Sun’, een warme ontmoeting met gelijkgezinde veteranen Manuel Hermia en Chris Joris. Tweemaal raak!
Wolfgang Muthspiel
Jazz meets klassiek
De Oostenrijker Wolfgang Muthspiel is de voorbije decennia uitgegroeid tot een van de meest gelauwerde gitaristen op het snijvlak waar jazz en klassieke muziek elkaar raken en inspireren. Op die manier lijkt het soms alsof hij de werelden van Pat Metheny en Bill Frisell samenbrengt met die van ECM-coryfeeën als John Abercrombie en Ralph Towner. Zijn veelzijdigheid kan je misschien nog het best aflezen van de lijst kleppers waarmee hij samenwerkte, die gaat van Gary Burton en Paul Motian tot Dave Liebman en Ambrose Akinmusire.
Zijn belangrijkste connectie is misschien wel die met meesterdrummer Brian Blade (Wayne Shorter, Joshua Redman, Daniel Lanois). Ze zoeken al ruim een kwarteeuw elkaars gezelschap op. Hun twee ECM-albums met bassist Scott Colley, ‘Angular Blues’ (2020) en ‘Dance of the Elders’ (2023), zijn hoogtepunten in Muthspiels classy oeuvre, vol fijnzinnige bewerkingen van jazzstandards, subtiel binnensijpelende ‘exotische’ invloeden (flamenco, pop...) en hommages aan uiteenlopende componisten, van Bach tot Brad Mehldau.
Lionel Loueke
Virtuoze veelzijdigheid
Lionel Loueke is op 18 april te horen in trio met Wolfgang Muthspiel en bassiste Linda May Han Oh, en is net als zijn collega’s een van de sterkhouders van de hedendaagse jazz. Loueke is vermoedelijk het bekendst van zijn jarenlange samenwerking met Herbie Hancock. Ze spelen intussen al meer dan twintig jaar samen, met Loueke zowel op de albums als tijdens de concerten in een centrale rol. Daarin kan hij steevast zijn troeven maximaal uitspelen: een virtuoze instrumentbeheersing en een imposante veelzijdigheid, maar vooral ook een heel eigen muzikale taal. Daarin hoor je zijn wortels terug (Loueke is afkomstig van het West-Afrikaanse Benin), net als de gretigheid om diverse tradities samen te brengen. Bij Hancock – maar ook bij Wayne Shorter, Esperanza Spalding, Sting en vele anderen – slaagt hij er steevast in om zijn achtergrond, met de ritmes, harmonieën en melodieën die daarbij horen, naadloos te laten samengaan met andere geluiden. Op ‘United’ (2024), zijn recent verschenen samenwerking met bassist Dave Holland, is het samenspel buitengewoon warm, met sensuele grooves, diepe lyriek en een sound die even coherent als innovatief is.
Julian Lage
Van traditie tot avant-garde
Misschien wel de meest bejubelde gitarist van zijn generatie: Julian Lage, nog steeds geen 40, is er zo eentje die het allemaal lijkt te kunnen. Zijn stijl is geworteld in de grote Amerikaanse tradities – blues, folk, country, jazz – maar het is de manier waarop hij die allemaal tegelijk in de lucht houdt, die misschien nog het meest imponeert. Hij beheerst de traditionele speeltechnieken, kent de standards en de illustere voorgangers, en slaagt er ook in om ze steeds opnieuw in een frisse context te plaatsen. Niet in een postmoderne, alles kapotrelativerende ‘alles kan, alles mag’-filosofie, maar om te laten horen hoe de traditie ook een plek kan krijgen in een uitgesproken hedendaagse context. Tegelijk kan Lage ook excelleren binnen de avant-garde van John Zorn en co., waar het er vaak hoekig en far out aan toe gaat. Met vier albums bij Blue Note in vier jaar tijd zette hij bovendien een knoert van een statement neer. Op de recentste in de reeks, ‘Speak to Me’ (2024), bewoog hij zich het verst van de jazztraditie en keerde hij zijn americana-fascinaties binnenstebuiten met een indrukwekkend naturel.