Op de goede afloop
Florestan Bataillie
Ken je dat?
Het gevoel wanneer jou een gerecht wordt voorgeschoteld en je bij de geur alleen al terug wordt gekatapulteerd naar oma’s keuken. Je ziet haar levendig in haar schort voor je staan en “smaakt het?” vragen. Waarna ze je bord bijvult nadat je eigenlijk negatief had geantwoord op de vraag of je nog wat wilde.
Of de heerlijk nostalgische sensatie wanneer je een film terugziet die je goed kent en waarvan je eigenlijk alle rollen zelf zou kunnen vertolken. Omdat je alles tot in de perfectie van buiten kent.
Al is er de grote honger naar steeds iets nieuws, we grijpen graag terug naar dingen die we kennen. Zeker in moeilijke tijden.
Tijdens de coronapandemie kenden de Vlaamse klassiekers in de keuken een ware revival. We gaapten met z’n allen urenlang tv, herontdekten de Disneyfilms uit onze jeugd en ‘Romeo and Juliet’ met Leonardo DiCaprio.
Wat vertrouwd is voelt goed, het is voorspelbaar, het is veilig.
Maar boeken en films kan je natuurlijk niet met een dampend bord hespenrolletjes vergelijken.
Ook al ligt de doorgaans tragische afloop in Shakespeares werk al eeuwenlang vast, we blijven supporteren voor een betere afloop. De ontwikkeling van de personages roept altijd weer medeleven op: dat Romeo en Juliet door een oude familievete niet bij elkaar kunnen zijn raakt ons, telkens opnieuw. Net als de tragische dood van Mufasa in ‘The Lion King’. (Zeg nu zelf, wie bleef daar onbewogen bij?)
Misschien wordt het dit keer anders?
Misschien kan het nu wél.
Shakespeare vond thematisch het warm water niet uit. Zijn stukken zijn meestal meesterlijke bewerkingen van middeleeuwse sagen en legenden, maar hij tilde ze wel tot een hoger literair niveau. De herkenbare emoties in zijn werk zijn universeel en snijden dieper dan een decor met kasteelprinsessen en ridderlijk wapengekletter. De diepmenselijke gevoelens zijn voer voor talloze verfilmingen en het staat vereeuwigd in honderden beeldhouwwerken en schilderijen.
En of het nu gedichten, proza of theaterstukken zijn: de bard uit Stratford-upon-Avon beroerde er ook de harten mee van Bellini, Gounod, Strauss en vele andere componisten uit het verleden.
Wat ik me nieuwsgierig afvraag is of deze teksten (en de bijhorende muziek) ook de toekomstige generaties zullen blijven inspireren. Gaan we ons als tiktokkende maatschappij in een artificiële intelligentierevolutie kunnen blijven spiegelen aan de karakters van Hamlet en Ophelia?
Welke auteurs van vandaag over 400 jaar een raam op de wereld zullen bieden, daar hebben we het raden naar, maar zou Shakespeare het geweten hebben dat zijn werk in 2024 nog gelezen en gespeeld zou worden?
Wat is de eeuwigheid en wat is er werkelijk tegen bestand? En is dat wel de bedoeling?
“Het is beter een liefde te moeten betreuren dan nooit te hebben liefgehad”, aldus William Shakespeare.