De wondere wereld van de field recordings
In elk magazine krijgt een Gangmaker van Muziekcentrum De Bijloke het woord. Gangmaker luisteren Anna Vermeulen vertelt over haar grote passie: field recordings. Én ze nodigt je uit om zelf op stap te gaan met haar geluidsrecorder.
Anna Vermeulen
Zelfs al zegt de term field recording je niets, toch hoor je er vaak voorbeelden van: denk aan de omgevingsgeluiden in films en podcasts. Field recording slaat op de praktijk waarbij artiesten de muziekstudio verlaten om de akoestische wereld erbuiten op te nemen. Zo eenvoudig de definitie, zo moeilijk om na te vertellen waar die praktijk vandaan komt en hoe ze een kunstvorm werd. Field recording is namelijk een samenvloeisel van verschillende historische praktijken. Net dat maakt haar zo interessant.
Tussen wetenschap en entertainment
Eigenlijk is field recording bijna even oud als geluidsopnametechnologie zelf. Volgens sommigen begon het allemaal met de Amerikaanse etnoloog Jesse Walter Fewkes. In 1890 trok hij naar Maine om de muziek van de Native American Passamaquoddy te documenteren met de pas ontwikkelde Edison-fonograaf. Fewkes zag geluidsopnames als een soort conservenblikken voor de Passamaquoddy-traditie, waarvan hij dacht dat ze zou verdwijnen onder de opmars van de westerse moderniteit. Vele anderen trokken in zijn zog de wereld rond om muziek en verhalen te ‘conserveren’ en zo werd field recording al snel vaste kost in de antropologie en etnomusicologie.
Anderen leggen het begin een jaar vroeger, toen de Duitse vogelspotter Ludwig Koch voor het eerst met een fonograaf de tsjilp van een vogel opnam. De studie van dierengeluiden via opnames zou later uitgroeien tot een belangrijke tak van de biologie. Maar ‘wildlife recording’ brak pas echt door eens filmhuizen en radiozenders zich ervoor begonnen te interesseren. Op zoek naar authentieke geluidseffecten financierden ze de dure apparatuur en opname-expedities die daarvoor nodig waren. Zo assisteerden ornithologen in de jaren 1920 filmgeluidbedrijven. Koch maakte opnames van dierenleven voor wetenschappers en natuurwetenschappelijke radioprogramma’s van de BBC, waarin luisteraars rust zochten na hun luide, stresserende stadsleven.
Beethoven versus een gillende paling
Tegen de jaren 1960 was zo een lucratieve markt voor niet-muzikale geluiden ontstaan. “Wie heeft Beethoven nodig als je kan luisteren naar de gil van een paling of een paard in volle galop?”, kopte een Amerikaans platenmagazine. Dat al de geluiden van de buitenwereld als muziekmateriaal konden dienen, was dus lang geen fetisj van een handjevol avant-gardisten meer, toen meerdere artiesten eropuit begonnen te trekken met taperecorders. Componisten (zoals Luc Ferrari, Else Marie Pade, Halim El-Dabh…) dropten etnografische, natuurlijke of stedelijke field recordings in hun stukken. Zo konden ze de politieke realiteit binnenbrengen in de abstracte kunstvorm muziek, of haalden ze de verborgen melodieën en ritmes uit de alledaagse werkelijkheid naar boven.
Met de toegenomen aandacht voor de klankomgeving kwam ook bezorgdheid over haar verwaarloosde toestand. R. Murray Schafer bracht rond 1970 een Canadese groep componisten samen in zijn ‘World Soundscape Project’. Hun stelling: auto’s en radio- en televisiegekakel reduceren het klanklandschap van veel plekken tot een noisy geluidssoep. Tegelijk dreigden betekenisvolle klankfenomenen zoals misthoorns en klokken te verdwijnen. Met field recordings in steden en dorpjes bewaarden ze zulke klankbakens (geheel volgens Fewkes’ conservenblik-logica) en wilden ze luisteraars bewustmaken van hun klankomgeving. Vandaag zijn ze schatkisten aan informatie over hoe de wereld vroeger klonk. Etnografie, biologie, filmgeluiddesign en soundscape hebben allemaal een plek in de hedendaagse field recording-praktijk, die dankzij toegankelijker apparatuur flink groeit.
Biologen en geluidskunstenaars leveren met opnames van barstende poolkappen en stervende koraalriffen akoestische bewijslast voor de klimaatverandering. Steeds meer audiodocumentaires en online klankarchieven wereldwijd geven via geluid inzicht in de leefwereld van groepen, buurten, werkplekken, politieke bewegingen... De rode draad? Een fascinatie voor ongehoorde klankwerelden. Met als welgekomen surplus het aanscherpen van onze luisteraandacht.
Luistertips
Door de bomen het bos kwijt? Hieronder vind je drie luistertips om de wondere wereld van de field recordings te verkennen.
Filmregisseur Walter Ruttmann maakte in 1929 voor de Duitse radio een akoestisch portret van een weekend in Berlijn. Sommige geluiden van ‘Weekend’ zijn in de studio nagebootst, maar veel werd met een opnamebusje in de straten, fabrieken en metrostations van Berlijn opgenomen. Ruttmann had twee doelen voor oren: de ritmiek van het stadsleven weergeven en via klank verschillende ruimtes verkennen.
De muziekwereld kibbelt vandaag nog steeds over wat ‘Presque rien n°1’ (1970) van Luc Ferrari is. Het werk bestaat uit één lange, schijnbaar onbewerkte, statische field recording van een Kroatisch vissersdorpje dat ontwaakt. Muziekcompositie of realistisch klankdocument? Wie goed luistert, hoort dat niets toevallig is in dit werk: in het hondengeblaf, motorgeronk en cicadegebrul zitten motieven en texturen.
In de soundscape-klassieker ‘Kits Beach Soundwalk’ (1989) neemt Hildegard Westerkamp je mee op klankwandeling langs het strand bij Vancouver. Fijntjes laat ze horen hoe ook de meest realistisch aandoende field recordings op studiowerk en klankmanipulatie berusten: stap voor stap filtert ze het geruis van de stad weg om het minuscule geklik van het water dat over zeepokken spoelt te onthullen.
Wil je alle field recordings uit het artikel beluisteren? Check dan onze afspeellijst op Spotify!
Maak je eigen field recording
Geïnspireerd geraakt door dit artikel? Gangmaker Anna Vermeulen nodigt je uit om zelf op stap te gaan en je eigen field recording te maken. Als eerste voorwerp in de Gangmakers-vitrinekast legde ze een geluidsrecorder. Leen hem uit en trek eropuit in de buurt van Muziekcentrum De Bijloke. Je zal versteld staan van wat je allemaal te horen krijgt in de koptelefoon. En wie weet duikt je opname later wel op in een project van Vermeulen. Alle info op www.bijloke.be/gaoppad