Martijn opent met Dvorák

Wouter Maeckelberghe

Murielle Lemay °1990

augur ~  creatie in het kader van SOV Composers’ Academy

augur herinnert en voorspelt tegelijk 
een kwelling versierd met sereniteit
Hoor je iets bekends in je oren?

Opnieuw geeft Symfonieorkest Vlaanderen de kans aan jonge componisten om hun muziek aan het publiek bekend te maken. In het kader van de SOV Composers’ Academy maken we deze keer kennis met de Canadese Murielle Lemay, studente aan het Koninklijk Conservatorium Brussel in de klas van Annelies Van Parys. Lemay stelt haar nieuwste creatie augur voor, een visionair werk waarin ze onze huidige tijdsgeest uitdrukt. De titel verwijst naar de vogelwichelaars in het oude Rome. De taak van deze priesters was het waarnemen van de wil der goden aan de hand van de vlucht van de vogels. Een belangrijke taak, want in de Oudheid werden geen beslissingen genomen zonder de wil van de goden te kennen. augur van Lemay wil zowel voorspellen als herinneren. Zo weerklinken flarden van thema’s en harmonieën van de Zevende Symfonie van Antonín Dvořák, een werk dat net als augur de uitdrukking is van een turbulente tijdsgeest. Toch voorspelt augur ook een toekomst die de huidige moeilijkheden overwint. Want Lemay ziet ook heel wat positieve evoluties. Turbulentie en sereniteit vinden dan ook een harmonieuze balans in haar werk.

Tom De Visscher
2023 voor Murielle: De bezuinigingsmaatregelen in de cultuursector zorgen voor moeilijke momenten voor kunstenaars. ● De door mannen gedomineerde culturele wereld ziet de opmars van vrouwelijke componisten. ● De verwoestende bosbranden in haar geboortestad Quebec omwille van de klimaatverandering.

Pjotr Iljitsj Tsjaikovski 1840-1893

Concerto voor piano nr. 1, op. 23

Kerstavond 1875. Het is een avond die de Rus Pjotr Tsjaikovski voor altijd bijblijft. De 35-jarige componist stelt zijn Eerste Pianoconcerto voor aan zijn leermeester Nikolaj Rubinstein. Maar die reageert niet zoals gehoopt: ‘Ik speelde het eerste deel. En er kwam geen woord! […] Ik speelde tot het einde door. Weer stilte. Ik kwam overeind en vroeg: “En?” Op dat moment barstte Nikolaj los: […] Mijn concerto bleek waardeloos en onspeelbaar.’ Het komt hard aan bij Tsjaikovski, maar toch weigert hij veel aan de muziek te veranderen. Rubinsteins reactie heeft namelijk te maken met de controversiële vorm. Zo opent de grootse inleiding in een ‘verkeerde’ toonaard dan de hoofdtoonaard en komt deze beroemde melodie pas terug in het tweede deel. Het toont Tsjaikovski’s vernieuwende aanpak. In plaats van terugkerende thema’s, gebruikt hij melodieën die evolueren doorheen de muziek en de delen. Tegenwoordig is het concerto een van de meest populaire werken ooit. En dat is te danken aan de aantrekkelijke melodieën die Tsjaikovski uit de volksmuziek plukt. De hoofdmelodieën van het openings- en slotdeel zijn Oekraïense volkswijsjes en in de snelle passage van het tweede deel duikt het Frans lied 'Il faut s’amuser, danser et rire' op. Even dansend is het slotdeel dat doet denken aan een folkloristisch ballet. 

1875: De Franse componist Maurice Ravel wordt geboren. ● Koning Albert I wordt geboren. Hij volgt zijn neef Leopold II op in 1909. ● Carmen, de opera van Georges Bizet, wordt voor het eerst opgevoerd.
Preludium

Antonín Dvořák 1841-1904

Symfonie nr. 7, op. 70 

Wanneer Antonín Dvořák in 1888 de vraag krijgt om docent compositie te worden aan het Praags Conservatorium, is zijn reactie: "Ik een professor? Laat me met rust! Het is mijn plicht om te componeren en niet om de schoolmeester te spelen." Maar hij bedenkt zich, en de elf daaropvolgende jaren omringt hij zich met jonge componisten die hij stimuleert om de Tsjechische identiteit in hun muziekwerken te verklanken. Dvořák is namelijk hét boegbeeld van de Tsjechische klassieke muziek. Die patriottistische gevoelens vormen ook de inspiratie voor zijn Zevende Symfonie uit 1885. Hij schrijft de muziek in opdracht van de Philharmonic Society of London en ziet zijn kans om in het werk de strijd voor Tsjechische onafhankelijkheid aan te kaarten. Het verklaart de onrust en de dreigende passages in het openingsdeel en het religieus aandoend en hoopvol karakter van het tweede deel. Vooral het derde en vierde deel barsten uit hun voegen door Tsjechische ritmes en melodieën. In het opgewekte Scherzo evoceert Dvořák het Boheemse platteland, maar bij het slotdeel keert de sfeer van wanhoop terug. Het is een deel vol dramatiek. ‘God sta ons toe dat deze Tsjechische muziek de wereld zal beroeren!’, schrijft hij in een brief tijdens het componeren.

1888: Friedrich Nietzsche publiceert Also sprach Zarathustra. ● In Berlijn wordt de Conferentie van Berlijn afgesloten, waarin de koloniale mogendheden Afrika hebben verdeeld. Koning Leopold II eigent zich de Kongo-Vrijstaat toe. ● Johannes Brahms voltooit zijn Vierde (en laatste) Symfonie, opus 98.

Waldo Geuns