De tand des tijds
Tomas Serrien
Voor klassieke muziekliefhebbers lijkt het uitvoeren van dode componisten de normaalste zaak van de wereld. Het uitpuren van de oude grootmeesters en het herontdekken van vergeten klankgoochelaars zit zelfs in de lift. Het is fascinerend hoe oude muziek uit de renaissance en de barok soms opnieuw wordt geïnterpreteerd met hedendaagse instrumenten, terwijl anderen op zoek gaan naar de authentieke uitvoeringspraktijk. Het kan allemaal.
Toch is deze vorm van muziekbeleving niet zo vanzelfsprekend. Volgens muziekfilosofe Lydia Goehr hadden de oude componisten helemaal niet de intentie om muzikale werken te maken die de tand des tijds zouden overleven. Ze schreven hun muziek voor eenmalige adellijke of kerkelijke gelegenheden. Het was niet de bedoeling om deze composities daarna nog in leven te houden, om er in een concertzaal naar te luisteren. Na enige tijd schreven de opdrachtgevers de componisten af. Na hun dood werden ze vergeten.
Pas rond 1800 kwam hierin verandering met de opkomst van de burgerij, die een nieuwe manier van muziekbeleving introduceerde. Muziek werd uit haar traditionele context gehaald en gaf ruimte aan een muziekcultuur voor een breder publiek. Zo ontstond een openbaar muziekleven waarin mensen tickets betaalden om in concertzalen naar muziek te luisteren. Muziek werd een product van een moderne muziekindustrie.
Dit had een impact op de omgang met oude muziek. Na zijn dood in 1750 was Johann Sebastian Bach in de vergetelheid geraakt. Pas in de 19de eeuw begon men zijn werk opnieuw uit te voeren, mede dankzij componisten als Mendelssohn, die de Matthäus Passion als muzikaal werk in het concertleven introduceerde.
Met deze nieuwe omgang wou de burgerij meer structuur geven aan het muzikale landschap. Tegelijk gaf ze haar goede muzikale smaak die gelinkt was aan de liberale waarden, door aan toekomstige generaties. Muzikale werken werden met de nodige zorg behandeld, zodat ze eeuwig konden worden uitgevoerd. De manier waarop we vandaag pronkstukken uit de oude muziek in stand houden en verzorgen, dateert uit die tijd. Daarbij hoorde ook een ideale luisterhouding. Stil, zittend, onbeweeglijk en aandachtig luisteren naar de muziek werd gezien als een teken van respect.
Ook jij, luisteraar, bent door deze ideeën beïnvloed. De hedendaagse omgang met oude muziek en de sociale gedragscodes die daarbij horen, zijn geen individuele keuzes. Toch zijn die gewoontes die bij een bepaalde muziekbeleving horen, niet in steen gebeiteld. Af en toe verdienen ze een kritische blik. Waarom niet vanavond? Wees vrij om de oude muziek te beluisteren terwijl je wat met je hoofd knikt of een melodie zachtjes mee neuriet. Durf uitbundig te roepen aan het einde van het concert. En praat achteraf met een drankje over de mogelijkheid dat J.S. Bach blij zou opkijken naar luisteraars die in 2024 dansend door een menigte rennen. Wie weet zetten we zo een nieuwe stap naar de beleving van deze prachtige en bij wijlen aanstekelijke oude muziek.