Peter De Grote
Sven Sabbe
Tijdens onze studiejaren aan de universiteit hadden we een fanclub opgericht voor Tsjajkovski. Nee, niet voor Peter. Wel voor Modest Iljitsj, de volgens ons verongelijkte jongere broer van. Librettist, dichter, maar vooral iemand die altijd in de schaduw is blijven staan. Leest u er maar even zijn Wikipediapagina op na, die in twee alinea’s vooral verwijst naar de verwezenlijkheden van grote broer Peter.
Toegegeven, het ging toen vooral over gefabriceerde verbolgenheid, een manier om onze tijd te vullen tussen hoorcolleges in de wandelgangen van de Gentse universiteit. Inmiddels moet deze zelfverklaarde voorzitter en penningmeester van de fanclub erkennen dat de familienaam voor eeuwig aan Peter gelinkt zal zijn. Want zelfs in 2024 zal iedereen bij het horen van de naam Tsjajkovski meteen één van zijn melodieën beginnen zingen. Of het nu 'Romeo & Julia', ‘het Zwanenmeer’, ‘de Notenkraker’ of zijn ‘Vioolconcerto’ is: de man schreef alleen maar oorwurmen. Terwijl zijn privéleven overhoop werd gegooid door gefaalde huwelijken en een open aanvaring met de autoriteiten over zijn geaardheid, schreef hij de mooiste muziek. De tragiek van een mensenleven omgezet in mooie melodieën. Als er een film gemaakt kan worden over Leonard Bernstein, dan zeker over Peter Tsjajkovski.
De man, die in zijn jonge jaren verguisd werd door het Machtige Hoopje omdat hij te Westers was, werd in 1885 door tsaar Alexander III aangewezen als de man die de Russische muziek op de kaart zou zetten. Want inderdaad, hoewel hij het misschien zelf niet bewust zo bedoelde: zijn muziek was doorspekt met Russische volksmelodieën. Net wat Rusland, altijd een grootmacht in gedachten, nodig had. Iemand die compromisloos kon tonen hoe bijzonder het Moederland is. Het gaf Tsjajkovski ademruimte in een samenleving die hem anders meedogenloos zou uitgesloten hebben.
De invloed van Tsjajkovski reikte ver, en beïnvloedde ook die ándere grote Russische componist: Dimitri Sjostakovitsj. “Ik leerde van Tsjajkovski dat je niet moet wachten op inspiratie. De pen mag niet rusten. Als je vastloopt op een groot stuk, schrijf dan een klein werkje. En als je zelfs dat niet kan schrijven, orkestreer dan iets wat je al had.” Die Dimitri zou het niet slecht doen op een TEDtalk. Nog een quote, uit de New York Times: “Er kan geen muziek zijn zonder ideologie. De oude garde berustte, willens nillens, in de bestaande hiërarchie. Enkel Beethoven was een ware revolutionair.”
En toch moest ook Sjostakovitsj buigen onder het leiderschap van de Sovjetunie. Al kwam er ook kritiek, zij het in verborgen hints. Zijn ‘Zevende symfonie’ bijvoorbeeld, die niet alleen een klacht was tegen het geweld van de nazi's, maar ook de communistische tirannie aankaartte. Of nog beter, de ‘Tiende symfonie’, die volgens de componist letterlijk een muzikaal portret was van de wreedheid van Stalin. Maar dat durfde hij pas te schrijven na diens dood. Enkel Beethoven was een ware revolutionair. Het maakt de muziek er gelukkig niet minder pakkend door.
Wie hier schrijft het script voor de biopic van Tsjajkovski of Sjostakovitsj? Het hele werk hoeft niet meteen. Een scène is al een begin. En als zelfs dat niet lukt, dan orkestreren we wel wat er al is.