Waarom kamermuziek zo heilzaam is
Als het buiten herfstig en kil wordt, verwarmt ons Nachtlicht Festival je hart drie avonden lang met gloedvolle kamermuziek.
Sofie Taes
Tijdens Nachtlicht kleurt De Bijloke het niemandsland tussen schemerduister en ochtendmist met het muzikale equivalent van ‘hygge’: geborgenheid gevoed door het kleine genot. Enter onze playlist: Zsófia Boros, Steven Osborne, David Orlowsky & David Bergmüller, Sheku Kanneh-Mason & Harry Baker, Quatuor Van Kuijk, en Hossein Alizadeh met Hamavayan Ensemble. Oftewel: twee solisten, twee duo’s, een kwartet en een cross-over-band. Kamermuzikale klanksilo’s waarin het stressloos toeven is.
Spelletje kwartet
Muziekpsychologisch houdt het steek: de idee dat kamermuziek – een genre dat intense communicatie vereist – niet enkel de band tussen musici versterkt, maar ook die tussen uitvoerders en publiek. Wie zelf al kamermuziek speelde, zal het beamen: oogcontact, subtiele gebaren, vertrouwen en empathie zijn tegelijk criteria voor en symptomen van succesvol samenspel. Het meest uitgesproken voorbeeld is het strijkkwartet. Live kwartetspel is dan ook een muziekervaring met een gouden randje: als publiek word je deelgenoot van samenzweringen en inside jokes, en fungeer je als twaalfde man – jouw aandacht maakt het team nog sterker.
Tijdens Nachtlicht verhoogt Quatuor Van Kuijk die inzet tot het maximum met repertoireroyal Maurice Ravel. Zijn enige strijkkwartet (1902-1903) is wellicht het meest gespeelde van de vorige eeuw: een rollercoaster langs pointillistische prikkels, clevere motiefspelletjes en temperamenten met hoog voltage.
De gevoelige snaar
Nachtlicht wordt een invasie van snaarinstrumenten, inclusief gitaar, tar, luit en cello. Toeval? Tuurlijk niet. Muziek voortgebracht door snaren scoort nu eenmaal hoog op de schaal van emotionele impact. Snaarinstrumenten produceren rijke boventonen en complexe trillingen die de auditieve paden in de hersenen stimuleren. Die vibraties worden door de toehoorder bijna lichamelijk waargenomen. David Orlowsky en David Bergmüller gaan voluit voor toets en streling met liederen van onder meer Henry Purcell en John Dowland, de meesters van de melancholie met stiff upper lip.
Als emotriggers moeten hun klarinet en luit evenwel de cello laten voorgaan – de absolute kampioen als het aankomt op het activeren van hersengebieden die betrokken zijn bij emoties, geheugen en beloning. Strijkersmuziek zou het limbisch systeem en de prefrontale cortex activeren, wat leidt tot een intense emotionele ervaring. En dan gaat Sheku Kanneh-Mason ook nog eens voor Bach? Tijd heelt alle wonden, zegt men, maar in een uurtje lijmt deze supernova zelfs een gebroken hart.
Tussen schateiland en utopie
Veel klassiekfans glijden de nacht in op de tonen van hun favoriete tracks. Logisch, want luisteren naar bekende muziek helpt bij de verwerking van de indrukken van de dag. Dat heeft ook Steven Osborne begrepen. De Schotse pianist koos van Debussy tot Rzewski een keur aan bisnummers voor een potpourri die trots is een crowdpleaser te zijn. Met dit applausprogramma heeft geen mens nog een sudoku nodig: vertrouwde melodieën activeren de hippocampus, het hersengebied dat betrokken is bij geheugenprocessen. Bovendien triggert muzikale herkenning het beloningscentrum in de herse- nen en verlaagt ze de productie van het stresshormoon cortisol.
Ook voor het ontdekken van nieuwe muziek valt echter iets te zeggen. Onbekende klanken helpen de hersenen nieuwe paden en verbindingen te maken – prima voor de cognitieve functies! Doordat we worden uitgedaagd om nieuwe structuren en patronen te herkennen, gaat het vuur aan de lont van ons creatieve denken. Onbekende muziek vraagt meer aandacht, maar levert ook een intensere emotionele ervaring op. Verhoogde hartslag en snellere ademhaling? ‘Arousal’ heet dat: het resultaat van hersenen die nieuwe informatie verwerken.
En zo speelt Nachtlicht zijn ultieme troefk aart: de Perzische poëzie van Hossein Alizadeh en Hamavayan Ensemble, die een laagje eelt van gekloven zielen scrubt. Ook de mix van Argentijns repertoire met werk van de Franse fusionist Mathias Duplessy geserveerd door Zsófia Boros steekt geheid de huppel in de pas van sloff ende voeten.
Drie dagen, zes concerten, een vitamineboost die tot voorbij de winter reikt: méér rendement zou concurrentievervalsing zijn.